|
Voor veel vissers is het reeds een begrip en behoeft het verder geen uitleg, eveneens is het voor velen nog een onbekend iets en lijkt de drempel hoger dan dat hij daadwerkelijk is om eens een bootje te huren en zelf de Oosterschelde op te gaan. Voor wie het eens wil proberen kan misschien zijn voordeel doen door dit verhaal eens door te lezen en dan zal blijken dat het allemaal best meevalt. Ik zal proberen om een aantal belangrijke stappen wat door te lichten en daarmee de onervarene op weg te helpen.
Het bespreken van een bootje:
Er zijn in Yerseke een aantal bedrijven die de bootjes verhuren, in totaal zijn er ruim 10 boten te huur, die in de beste periodes vaak allen zijn besproken in de weekenden, maar door de weeks is het vaak geen probleem. Wil je persé in een weekend, dan dien je ruim vooraf te bespreken.Twee van die bedrijven zijn sponsor van deze site en zijn terug te vinden onder “sponsors” hier kan je de telefoonnummers vinden.Het Zagertje en Het Zeepiertje.
Hoe gaan we van start?
Dat is eigenlijk heel simpel, je word keurig netjes op weg geholpen door de eigenaren van de bootjes, daarbij krijg uitleg over de bediening van de boot, wat weergerelateerde tips en natuurlijk wat tips over een aantal mogelijk goede stekken.Aan boord bevind zich een dieptemeter, een 27 MC om in geval van calamiteiten hulp te vragen, voldoende reddingsmateriaal en er is een goede kaart aanwezig waarmee je de stek kan vinden.
Eenmaal de haven uit:
Zodra je de haven uit bent heb je volop keuze in wat je gaat doen, blijf vooral de eerste kilometer goed binnen de betonning (boeien) en lees steeds wat er op de boeien staat vermeld, zo kan je op de kaart zien waar je je op dat moment bevind.Het heel belangrijk om in het vaarwater te blijven als je niet bekend bent, je zal regelmatig mensen zien varen buiten het vaarwater, maar die mensen zijn vrijwel altijd op bekend terrein, dus laat je niet verleiden, die ervaring kamt vanzelf wel na een aantal keren een bootje te hebben gehuurd. Er is namelijk genoeg te beleven in het vaar water.
Eb en Vloed:
Wil je toch eens gaan pionieren en bijvoorbeeld op of tegen een zandplaat gaan vissen, houd dan altijd het getijde in de gaten. Er zit ongeveer 4 meter verschil in hoog en laag water. Dus als je tegen een zandplaat ga liggen en je hebt maar 2 meter water onder de boot terwijl het water nog maar 1 uur aan het zakken is, dan zal je daar droogvallen en valt een deel van je dag in duigen, hartstikke zonde dus. Hou dus altijd elke 15 minuten je dieptemeter in de gaten en vertrek zolang je nog 1 meter water hebt.
Op de stek aangekomen:
Ben je eenmaal op de stek waar je denkt en hoopt iets te kunnen vangen, dan draai je de boot tegen de stroom in en zorg je dat je stil komt te liggen, zodra je stil ligt kan er iemand naar voor om het anker te water te laten. Belangrijk is om hier goed de diepte in de gaten te houden, want er is één gouden regel: de lengte van je ankertouw moet 3x de het aantal meters zijn die je dieptemeter aan geeft. Bij een minder sterk tij zal 2x ook genoeg zijn, maar wees niet te zuinig met je touw. Zet je touw goed vast met een paar halve steken.Wacht tot de boot goed op de stroom is gaan liggen en je kunt beginnen met vissen.
Hoe gaan we vissen?
Hou het simpel, niet te veel toeters en bellen, een 3 haaks paternoster met bezemsteeltje of stalen afstandhouders met of zonder kralen voldoen hier prima, ook een hoekafhouder met 2 haken er onder is goed te gebruiken voor diegenen die achterop staan, het draait voornamelijk om je aasaanbieding op de bodem.
|

|
 |
|
Je vist in het algemeen op platvis, paling, wijting enz..en die azen in het algemeen over de bodem, dus daar moeten je haken gevuld met aas dan ook zijn.Gooi je onderlijn tegen de stroom naar voor in en geef gelijk voldoende lijn, over het algemeen voel je lijn opeens niet meer hard van je spoel wikkelen en dat is het moment dat je lijn de bodem heeft bereikt, geef nadat dat is gebeurd nog wat meer lijn, zo druk je als het ware alle 3 de haken tegen de bodem en voorkom je dat je onderlijn maar wat boven de bodem zwabbert, maak zeker gebruik van een goed ankerlood van minimaal 175 gram, maar soms is 250 gram ook noodzakelijk, het is eigenlijk afhankelijk van de dikte van je lijn, vis je met 14/00 gevlochten lijn, dan is die 175 gram bijna altijd voldoende, maar vis je met 40/00 nylon, dan is 200 gram het minste wat je nodig hebt.Uiteraard is dit niet nodig wanneer je op 3 of 4 meter water vist, dan is 100 gram al meer dan genoeg.
Er zijn van die dagen dat je werkelijk word weggepest door het vele groen en wier, het lijkt dan of er niets meer wil lukken en je steeds niets anders doet dan takelen, takelen en nog eens takelen. Geef het dan niet op, maar ga eens wat ondieper liggen, want het meeste wier stroomt door de wat diepere geulen, ook als de wind al enige dagen op dezelfde kant staat zal daar het wier het meest aanwezig zijn. Ook kan het helpen om meer richting Kattendijke en Kats te varen, vaak is het wier ook daar minder.
Welke vis kan ik wanneer verwachten?
Als het om vissen gaat is er niets zo gevaarlijk dan iets te durven voorspellen, maar toch leert de ervaring dat de meeste vissoorten vaste patronen aanhouden, dus zal ik een gokje voor u wagen: In de maanden januari, februari is het vaak rustig, maar zijn er altijd wel de scharren, schollen winterbotten en afhankelijk van voorgaande vorstperiodes is er wijting en gul, en gelukkig is er dit jaar ook regelmatig pollak waargenomen. In de maanden maart april en mei is de platvis vaak op z’n best, mooie grote schollen van 30, 40 en 50+ cm zijn tegenwoordig gelukkig vaker regelmaat dan uitzondering. Ook de scharren worden dan zienderogen mooier en groter en natuurlijk zijn de botten dan massaal aanwezig. In de maanden juni, juli, augustus en september komen er nog wat soorten bij, de soorten van maart, april en mei blijven dan nog wel vangbaar, maar het loopt langzaam terug. Hiervoor komen de zeebaars, paling, tong, geep, makreel en wat soorten zoals poon, rog, lipvis in de plaats, een geweldig gevarieerde visserij dus. Helaas komt aan alles weer een eind dus ook deze soorten vertrekker weer. In de maanden oktober, november en december is het vaak wachten en hopen op wijting en gul, maar gelukkig is er dan altijd nog wel een bot, schol of schar te vangen, dus laat je niet snel tegenhouden door voorspellingen van anderen.
|
Hengels en molens:
Voor op de kleine huurboten is een lange hengel niet ideaal, zelf vis ik met 210cm ugly sticks en 225 cm sportex, uiteraard voldoet elk merk van die lengte, maar gebruik geen dikke bamboestokken, een 10 of 20 lbs voldoet hier prima. Als molen kies is zelf een 8000 of 10000 uit de shimano serie, als voorwaarde moet ik er bij vermelden dat de molen een dikke as moeten hebben en een lage overbrenging, want door snelheid verliezen we kracht, niet waar? Maar bent u eventueel al in bezit van degelijke molens en u bent niet anders gewend, dan zullen ze vast voldoen.
|
|
|

Veiligheid:
Zoals eerder gezegd zijn de reddingsmiddelen natuurlijk aan boord, zorg dat je weet waar ze liggen of vraag er naar indien het door de eigenaar vergeten word om te zeggen waar ze liggen. Houd je aan de instructies van de eigenaren, zij weten waar ze het over hebben. Blijf bij mist altijd op je stek liggen, ga niet varen, maar roep via de 27 MC de eigenaar of bel hem met je GSM, je word dan opgehaald met een boot die radar heeft en zo kom je weer veilig de haven in.

Succes:
Als laatste kan ik u alleen maar succes wensen. Uiteraard sta ik altijd open voor vragen over stekken, materialen enz.. Voor de juiste materialen ga ik zelf altijd naar gebr.v.d.Poel te Yerseke, wie weet komen we elkaar daar of aan de waterkant ooit tegen.

Veel plezier met de kleine huurboot,
Hans van Burg
famvanb@zeelandnet.nl |
|