Roofvissen
RONDOM de DELTA

De Rapala Rattlin verticaal plug.
Sinds jaar en dag maakt het merk Rapala werkelijk top pluggen en telkens weten ze daar toch weer iets nieuws te ontwikkelen. Zoals ze bijvoorbeeld de afgelopen jaren de X-RAP pluggen hebben geïntroduceerd en nog een aantal andere zaken. Maar 1 van mijn favoriete pluggen zijn toch wel de Rattlin verticaal plugjes die ze hebben ontwikkeld bij Rapala. Je ziet dan ook vele nabootsingen bij diverse andere merken die deze pluggen proberen te imiteren. Maar het is het allemaal net niet zou ik zeggen…….. Na een aantal jaren van afwezigheid op de Nederlandse markt heeft Shimano deze gelukkig weer in hun pakket opgenomen op aanraden van menig roofvisser.
De vangstkracht van deze pluggen is werkelijk enorm en je kunt hiermee dan ook zeer grote als kleine vissen mee vangen. Zo is bijvoorbeeld mijn persoonlijke record baars( 52,5 cm ) met deze plug gevangen, en ook diverse zeer grote snoekbaarzen en snoeken. Met deze pluggen kun je op alle mogelijke manieren vissen zowel verticaal als al werpend of trollend.
|
Meestal als ik met de belly boot ga vissen heb ik meerdere doosjes verticaal plugjes bij me en vaak is het zo dat dit toch echt de meeste vissen oplevert en ook nog eens de grootste! Zeker als de vissen maar een beetje liggen te liggen maak je ze met die kleine irritante plugjes echt wakker. |
|
 |
Zo maakte ik het een keer mee dat ik een aantal snoekbaarzen zag liggen op mijn fishfinder in een put die ik op geen mogelijkheid verleid kreeg om een lekkere hap te doen in mijn shad en andere stukjes kunstaas, totdat ik er een Rattlin plugje aan deed. Mijn plugje ging voor de eerste keer naar de beneden en zodra ik deze in beweging bracht knalde er gelijk een snoekbaars op. Op deze stek ving hier zo 4 snoekbaarzen achter elkaar en dacht zo nu maar eens terug wisselen van kunstaas. Ik ging dus weer met een shad aan de slag maar dit gaf totaal geen stootje meer… Dan maar weer lekker gaan ratelen dacht ik zo! En dat was geen slechte keus omdat ik hierna nog een aantal snoekbaarzen mee pakte. Mijn gelijk kwam hiermee echt uit!
 |
Eigenschappen van de Rattlin plug.
Geluid verhoogt de alertheid en nieuwsgierigheid van een roofvis. Door het harmonische, hoog-frequente geluid van de Rattlin' Rapala gaat de rover dan ook snel op onderzoek uit. De combinatie van dit geluid en de typisch waggelende actie maakt deze plug zo effectief. Daarom is deze plug een van mijn favoriete als ik ga verticalen! Ik kan u dan ook zeker met deze plug een vangstgarantie geven.
Mocht u meer willen weten over deze plug kunt u mij altijd mailen op
d.kusters@rondomdedelta.com
Een goede vangst namens: Dennis Kusters.
|
Waarom je eigen loodkopjes gieten ? Nou als je zoveel tijd als ik (Mick) en men roofvismaat Jack in het roofvissen steekt dan verlies je ook wel een deel materiaal. Een loodkopje kost op zich geen fortuin maar er zijn van die dagen dat je er meerdere kwijtspeelt en dan al lachend zegt amai duur grapje vandaag. De prijs van het lood is de laatste tijd ferm gestegen zo ook zullen de loodkopjes in de winkel iets duurder gaan kosten. Om er mee te beginnen moet je natuurlijk een kleine investering doen wat met 2 man kostendelend best betaalbaar blijft, na enkele gietingen heb je de investering er zo weer uit. Ook kan je zelf je eigen voorraad gieten zodat je nooit meer zonder valt het gebeurt wel eens dat je in de hengelsportzaak komt en ze uw voorkeur jigkoppen niet meer in voorraad hebben. Op zich vinden wij het ook plezieriger met zelfgemaakte loodkopjes roofvissen te haken!!
Benodigdheden; loodsmeltpot, loodmallen, zacht lood, lepel, punttangetje, beschermde kledij, veiligheidsbril, handschoenen, wd-40.
Wij hebben verkozen om een elektrische loodsmelter te kopen tegenover een gasbrander is deze vele veiliger en je hoeft er niet constant bij te blijven om te kijken of de gasvlam(men) nog branden enzov., je steekt de stekker in het stopcontact knop op de gewenste temperatuur zetten wat lood in de pot en je kunt ondertussen wat anders doen tot het lood gesmolten is.
Als ik begin met lood te smelten dan moet het in de eerste plaats een droge dag blijven zonder kans op neerslag om twee redenen? 1; een druppel water in het gesmolten lood kan tot een kleine explosie leiden, 2; om zo weinig mogelijk lood en andere giftige dampen binnen te krijgen verkies ik om in open lucht te gieten.
Als lood neem je het best zacht lood zoals bv; oud vislood, bladlood, loden buizen enzov.. als je te weinig lood hebt kan je altijd bij de oudijzer boer een paar kilo gaan kopen.
Beschermde kledij, handschoenen, veiligheidsbril, emmer water is geen overbodige luxe, een ongeluk is snel gebeurd dit weet ik persoonlijk door mijn jarenlange werkervaring in een metaalgieterij.
|

|
|
|
Om te beginnen zetten we de smelter in de tuin of koer afgeschermd van huisdieren of kinderen, vervolgens lood in de pot en de temperatuurmeter zetten we op ongeveer 340 a 350 graden lood smelt vanaf ongeveer 318 graden en op te hoge temperatuur mag je ook niet smelten dit in verband met de giftige dampen die vrij komen. Als je werkt met zeer vervuild lood kan je er eventueel een beetje fluxpoeder bij doen dit is om het lood te fluxen wat eigenlijk wil zeggen is om het lood te zuiveren van vuil en dat het lood zich beter aan elkaar gaat hechten. Het vuil dat boven komt drijven scheppen we af met een lepel zodoende we van deze dampen al verlost zijn. Nu het lood op temperatuur is kunnen we de loodmal even verwarmen op het gasvuur ofzo dan vervolgens 2 gietingen doen zonder jighaken in de mal zodat de mal een beetje op temperatuur is. Zeer belangrijk is om wat motorolie te gieten in de gaatjes die bijeen worden gehouden door een klemmetje op het eind van de mal anders ga je problemen krijgen met het openen van de mal warm metaal zet namelijk een beetje uit!! Nu kunnen we beginnen gieten, je legt de jighaken op de mal in de juiste richting vervolgens doe je de mal zachtjes dicht als hij mooi gesloten is kan je er vervolgens lood ingieten via het gaatje in de loodpot dat met een hendeltje te bedienen is. Nou de eerste gieting is het een beetje uitzoeken of je te weinig of te veel hebt gegoten, bij elke mal heb je een uitsparing die je achteraf moet verwijderen als deze bijna vol gegoten is dan heb je een mooi jigkopje en vermakkelijkt ook het te verwijderen stukje. Het gieten moet in één vloeiende beweging gebeuren om luchtbellen te voorkomen en een mooie ronde vorm te creëren. Nu de mal vol is gegoten wachten we vervolgens een paar seconden alvorens deze te openen afhankelijk van de grote (gewicht) van de jigkop anders krijg je een uiteengetrokken brij waar je niets mee kan aan vangen en doe je ook de mal mee naar de vaantjes. De gegoten loodkopjes kan je best laten afkoelen in open lucht en niet in een emmer water, om roestvorming van de haken tegen te gaan tenzij men verkiest voor roestvrije haken.
Nu de jigkoppen afgekoeld zijn kan je aan de afwerking beginnen met een punttangetje halen we eventuele bramen van het haakje en het stukje op de kop dat er te veel is aangegoten. Als je een grote partij hebt gegoten kan je de haakjes eventueel nog een beetje inspuiten met bv; wd-40 om roestvorming tegen te gaan vervolgens kan je de te veel gegoten kopjes in een plastiek verpakken en op een droge plaats bewaren. Je kunt het best een voorraad gieten tijdens de gesloten of tijdens een mooie zomerdag dan kom je winter door zo hoef je niet onnodig in de winter kou te lijden tijdens het gieten!!
Alle roof en zeevissers die veel gaan vissen en redelijk wat materiaal verspelen per jaar kan ik aanraden om met enkele vismaten of met clubmaten een loodsmelter en enkele loodmallen aan te schaffen, het is een pak goedkoper om je eigen loodjes te gieten en wat vangt er nu plezieriger dan eigen makelij ?!
Verder wens ik jullie veel succes met het gieten van je eigen loodjes, wie nog vragen heeft in verband lood gieten mag steeds een mailtje doe naar mick-peeters@skynet.be wie zich materiaal wil aanschaffen om zelf te gaan gieten kan steeds terecht bij hengelsport vanderpoel, Henk zal je verder helpen met verdere informatie en advies.
Groetjes Mick
|
|
|
Hallo mederovers sinds korte tijd vis ik samen met mijn vaste vismaat Antwan Claasen op het Twiske. Het Twiske is een natuur reservaat wat ligt tussen Oostzaan, Den ilp en Landsmeer in. Dit gebied is ongeveer 650 hectare groot waarvan een derde uit water bestaat met een heleboel mogelijkheden om verschillende manieren van vissen toe te passen.
Je kunt hier goed vissen vanuit de boot maar ook vanaf de oever omdat er hier een heleboel bruggetjes en mooie oevers zijn waar je vanaf kunt vissen. Het vissen vanaf de oever is alleen in de zomermaanden soms erg lastig omdat er dan namelijk een heleboel riet staat op de oever. Het vissen vanuit de boot is alleen toegestaan wanneer u in het bezit bent van een elektromotor en of bellyboot.
Zover ik weet zijn er twee trailerhellingen hier te vinden. Een ervan staat aan de kant van Oostzaan en dan bij parkeerplaats nummer 13 de andere kunt u vinden aan de overzijde bij Den Ilp. Wel is het zo dat als u op het terrein van het Twiske wilt komen geld moet betalen,3 euro voor een dag. Het Twiske bestaat eigenlijk uit twee helften een diep en een ondiep gedeelte . Het diepe gedeelte heeft een maximale diepte van zo 45 meter diep en het ondiepe heeft een gemiddelde diepte van zo 1,5 a 2 meter. De ondiepere stukken zijn de sloten en de vaarten over het algemeen dis is dan aan de kant van Den Ilp. Wanneer u aan de kant van Oostzaan erin gaat zult wat dieper water aantreffen wat in de wintermaanden meestal erg goed is!
We hebben hier nu verschillende keren gevist met een aantal manieren van het belagen van de roofvissen. We hebben tot nu toe nog geen echte grote verschillen in aantallen kunnen ontdekken wat nu de meeste vissen opleverde. Wel is het zo dat je toch wel de meeste grote vissen op het meer zelf vangt maar hier is het vissen een stuk lastiger hebben we gemerkt, omdat de diepte verschillen hier continu verspringen.
We wisten tot nu toe groot aantal snoeken te vangen met daarnaast nog een enkele baars en snoekbaars. Helaas valt de vangst van de twee laatst genoemde nog erg tegen.
Ik zelf het Twiske een van de mooiste natuurstukken van geheel Nederland waardoor het vissen hier erg aangenaam is.
Dennis Kusters
|
|
|
Hallo, trouwe lezers van www.rondomdedelta.com ,
De afgelopen tijd is het voor mij een erg hectische tijd geweest waardoor ik erg weinig aan vissen toe kwam. Gelukkig komt daar altijd een einde aan waardoor ik nu gelukkig weer wat meer tijd heb om langs de waterkant te gaan vertoeven. Zo had ik de afgelopen week wat meer tijd over om de Purmerendse ringvaart te gaan verkennen. De naam zegt het al ,, Purmerendse ringvaart,, is een prachtige ringvaart die dwars door Purmerend en langs verschillende dorpen (Edam en Ilpendam) heen loopt.
Deze ringvaart is een stuk water waar je met genot over heen vaart wegens zijn schoonheid. Dit stuk water is namelijk omringd door een prachtig stuk natuur waardoor het vissen hier tot een genot maakt. De ringvaart heeft een gemiddelde diepte van zo 1,5 meter met een enkele uitschieter naar 2 meter. Langs de oever zijn vele rietkragen, waterlelies en overhangende bomen te vinden. Ook kom je regelmatig een mooie ouderwetse brug tegen waar je onder door moet varen. De voor genoemde onderwerpen zijn dan ook alle hotspots te noemen als ik het zo mag zeggen. Al deze hotspots verbergen dan ook zeer mooie vissen die gewillig liggen te wachten. Langs de oever zijn er niet alleen zeer mooie dingen te zien maar ook legio genoeg locaties waar je even af kan meren voor een pauze. En dat is soms erg handig als je zo lang op het water zit! Want als je deze ringvaart volledig af wilt vissen ben je al snel een hele dag bezig mits je dit al trollend doet….

Het vis bestand op de ringvaart.
Over het visbestand wat ik tot nu toe op de ringvaart heb aangetroffen ben ik zeer te spreken, omdat de meeste vissen er zeer gezond eruit zien en mooi van formaat zijn. Het water steekt dan ook in een uitstekende conditie waardoor de balans roof-witvis ook goed te noemen is. Het water is voorzien van vele soorten waterplanten zoals eerder genoemd,hierdoor kunnen de jonge vissen mooi door groeien naar volwassen vissen. Het is dus een mooi stuk water waar je een leuke visdag kan hebben… Zelf heb ik er nu een aantal keren gevist met als leuk resultaat in mijn eerste keer een mooie meterbak van een snoek. Ik ben van mening dat dit water nog vele geheimen voor mijn heeft en u zult mij hier dan ook nog vaak aan treffen. Hopelijk tref ik u ook nog eens een keer hier aan langs of op het water…
|

|
Veel visplezier toegewenst namens mij,
Dennis Kusters. |
|
|
|
|
Raar woord eigenlijk, verticalen. De rechtgeaarde roofvisser weet tegenwoordig dat dit een fantastische manier is om snoekbaars achter de staart aan te zitten. Verticale vissen dus. Een aantal jaar terug werd ik door Bernard (beter bekend als “de Fransman”) een keer meegenomen om te gaan snoeken en snoekbaarzen. Nu ga ik graag mee met vissers want van iedereen kan je wat leren. Van tevoren had ik hem al gevraagd hoe hij viste en daar hoorde ik voor het eerst van “verticalen”. Daar ik toch altijd graag van de hoed en de rand weet en graag voorbereid aan de waterkant zit zorgde ik van tevoren voor het nodige studiemateriaal. Ik bekeek enkele videobanden, las bladen en tijdschriften en had zelfs even telefonisch contact met “de meester him self”: Bertus Rozemeijer. Waar iedereen het over eens was, was dat er a. met een gevlochten lijn moest worden gevist, dit om de aanbeten goed te voelen, b.v. een molen zonder terugslag, dit om snel de haak te kunnen zetten, c.q. een kort en strak (lees stijf) hengeltje gebruikt moest worden en de rust in de beweging moest worden behouden.
|

|
Ik kocht een aantal shads en prepareerde ze met een loodkop van 17 gram en een staartdreg. Daar snoekbaars een staartbijter is, is deze dreg onontbeerlijk voor goede vangsten (ik heb me wel eens laten vertellen dat snoekbaars de enige vis is die niet alleen maar bijt om te eten maar ook om vis te verwonden om later makkelijke prooien te hebben. Of dit waar is weet ik niet maar het zou wel verklaren waarom veel snoekbaars altijd aan die achterste dreg word gevangen). Ik was er klaar voor. |
|
We vertrokken s’morgens vroeg met mijn boot achter de auto om een water te bevissen dat Bernard goed kende. Dit maakt het vissen natuurlijk een stuk makkelijker. Aan gekomen verbaasde ik mij over de hoeveelheid verschillende shads hij bij zich had (tegenwoordig doe ik niet veel meer voor hem onder). Ik had gelezen dat de kleur er niet veel toe deed maar dat de vorm en actie veel belangrijker waren. Hoe anders zou de praktijk blijken. De boot lag snel te water en op Bernard zijn aanwijzingen stuurde ik de boot langzaam door een kom. Langzaam liet ik, geheel volgens de boekjes en de films, de shad naar de bodem afdalen, even vasthouden net op/boven de bodem om hem weer met een korte tik naar boven te dirigeren. Ik had er een goed gevoel bij.
|

|
Bernard ving de eerste snoekbaars. Vertrouwen, we zaten op de juiste plek. Bernard ving de tweede snoekbaars, waarom hij wel en ik niet? Bernard ving de derde snoekbaars, het vertrouwen zakte in mijn schoenen. Ik moest toch eens op hem letten. In plaats van de rustige bewegingen die ik, geheel volgens de boekjes, maakte ramde Bernard in een hoog tempo de shad omhoog en omlaag. Hier leerde ik dus mijn eerste les.
Vandaag werkt rustig maar morgen mag je wel wat tempo maken.
|
|
Dit zal per water, maar ook per periode kunnen verschillen, dus schroom je niet als je gebruikelijke manier je in de steek laat, om van techniek te wisselen want alleen dan ben je het meest succesvol. Ook ik begon te hakken. Boem, wat een klap op die hengel, traag begon de zwaar afgestelde slip te tikken. Die stijve pook begon ook behoorlijk door te buigen. Wat een kick. Totaal anders dan het karpervissen, met die dril is weinig te vergelijken, maar door de gevlochten lijn, het stijve hengeltje en de klappen toch een formidabele sport. Ook ik had nu een snoekbaars in de boot terwijl Bernard met nummer vier bezig was. Toen viel het een kwartiertje stil. We waren intussen al drie keer hetzelfde rondje gevaren en ik dacht dat het daaraan lag maar Bernard wisselde meteen van shadkleur. Moet jij ook doen, Edwin zei hij. Maar eigenwijs als ik was had gelezen dat de kleur niet uitmaakte dus ging vrolijk verder met dezelfde kleur. Boem, nummer vijf en nummer zes voor Bernard. Les twee, hoe onbegrijpelijk ook maar kleur maakt zeker uit.
|

|
Dit kan per water verschillen maar zelfs per dagdeel. Ook ik wisselde snel een shad en ja hoor, ook ik ving weer. Nummer twee. We wisten op dit gedeelte nog beiden enkele leuke snoekbaarzen te vangen tot het echt dood viel en het tijd werd om te verkassen. Op iedere plek waar we aankwamen vingen we beiden enkele leuke snoekbaarzen. Kortom een leuke ervaring en een hobby erbij. Van Hein Ooms, een wedstrijdsnoekbaars visser die in de bovenste regionen meedraait, kreeg ik een aantal weken later de mogelijkheid om met hem het IJ mee op te gaan.
|
|
Daar ik al behoorlijk verslaafd aan het raken was nam ik deze aanbieding natuurlijk met beide handen aan. Het koste me bijna een echtscheiding want die avond zou ik op de kleine passen maar dit mocht ik niet laten lopen. We gingen nu met de boot van Hein. Wat een luxe vergeleken met mijn platbodem. Prinsheerlijk zat ik in de luxe stoel terwijl Hein langzaam het gas opendraaide. De boot stuiterde over het water naar de eerste plek. Hier aangekomen ging de elektromotor aan en Hein liet de boot langzaam over de juiste plek schuiven. Vijf meter diep, niets. Langer dan een kwartier werd er niet aan deze plek besteed. Volgende plek. Het voordeel van een goede wedstrijdvisser is dat hij het water op zijn duim kent. Hij weet exact welke plekken in welke periode vis oplevert. Zo hoef je weinig tijd te besteden met het afzoeken van de bodem met de dieptemeter. De volgende plek was er een met een taluud van vier naar zeven meter. Hier werden de eerste vissen gevangen. Echt groot waren ze niet maar dat heb ik intussen geleerd op het IJ, Veel snoekbaars maar ook heel veel klein. Nu werd er juist weer heel langzaam gevist. Precies volgens het boekje.
|

|
Toch had ik een aantal keer het gevoel dat ik de aanbeet niet goed door kreeg. Na de rustpauze op de bodem haalde ik de shad omhoog en voelde weerstand alsof er vuil aan de shad zat. Met het verder naar boven halen voelde ik opeens het beuken van de vis. Doordat je dat eigenlijk niet verwacht, en je dus ook niet aangeslagen hebt, schieten de meeste vissen tijdens de dril weer los. Ik leerde van Hein dat ik nu juist geen contact met de bodem moest maken. Wel even in het begin om te zien of je bij de bodem zit, maar daarna juist je shad boven de bodem laten dansen. |
|
Het was zomer en de vis was los. Ze zouden de shad wel komen halen. Na deze wijziging in mijn aanbieding kreeg ik weer de klappen op de hengel. We wisten uiteindelijk na 3 uurtjes vissen 33 snoekbaarzen te landen waarbij we de vissen niet telden die net van de lijn losschoten omdat we de vis met de hand uit het water pakten en niet met het net.
Edwin Wouters
Hengelsport Centrum Purmerend
|
|
Het vissen vanuit de bellyboot
|
|
Hoi Sportvisser,
Zoals ik eerder al vermelde, kocht ik in maart 2005 een belly boat, een Vbootje van Ron Thompson. Deze aankoop zou mijn kansen bij het snoekbaarzen moeten vergroten dus installeerde ik er meteen een visvinder op, en koos hierbij voor een Garmin 120. Een neopreen waadpak ( hetzelfde dat ik bij het strandvissen gebruik ) houd me droog en warm. Verder behoren flippers en een reddingvest tot de standaard uitrusting.
|
 |
|
|

|
Om de bergruimte, die bij een bellyboat beperkt is, uit te breiden, bevestig ik achteraan het bootje vaak een tas met afklikbare draagriemen, zo ben ik in de mogelijkheid om bij een lange vissessie een kan koffie en een broodje mee te nemen op het water.
Voordat ik een bootje bezat dacht ik altijd ; met een boot en visvinder is het gemakkelijk, boven de vis gaan liggen en vangen maar,...
We zijn ondertussen een half jaar na aankoopdatum en ik kan gerust stellen dat vissen vanuit een belly-boat vele voordelen bied. Doch is het iets minder eenvoudig dan ik eerst dacht. Eens je een goede stek gevonden hebt kan je de bodem doormiddel van de dieptemeter minutieus uitkammen, het probleem is natuurlijk een goeie stek vinden. Als je al peddelend een paar kilometer oever wil uitkammen mis je al snel het gemak van een elektromotor.
|
|
|
Op groot water zoek je je helemaal suf naar verrassende niveauverschillen op de bodem.
Gelukkig zijn er ook voordelen aan het bellyboaten, zo is het de uitgelezen manier om voor een paar uur het water op te gaan,… je hoeft geen boot te traileren en je hebt gewoon een hele hoop minder gesjouw dan als je met een boot vist. Hét grootste voordeel van een bellyboat komt echter vooral bij het verticalen tot zijn recht. Eens je de nodige vaarervaring hebt opgedaan en de boot perfect kan sturen kan je doormiddel van de dieptemeter de bodem zo minutieus uitpielen dat een beetje gezonde snoekbaars wel geïrriteerd moet geraken door een perfect aangeboden shad of ratelaar.
|
|
|
|

|
We zoeken snoekbaars het jaar rond op een harde bodem, als deze bovendien nog erg onregelmatig is ten opzichte van de rest van het water dan zitten we goed,...maar,...
In de eerste plaats moeten we weten waar, of beter, op welke diepte snoekbaars zich gedurende het jaar ophoud. Je kan dan wel talludjes, kuiltjes en bergjes onderwater tegenkomen, deze moeten voorkomen op de diepte die snoekbaars verkiest in het seizoen dat je daar zit. |
|
|
Een jaar kan zowat grofweg in twee gedeeld worden wat voorkeur van waterdiepte betreft, in het voorjaar en de zomer ondiep water ( van 1 tot pakweg 6 meter ), in het najaar en de winter het diepere water, zeg maar de diepste plekken van een water voor de koudste perioden.
Met deze wetenschap zijn we afgelopen lente en zomer dan ook al volop bezig geweest de oeverzones uit te kammen. Hierbij gebruiken we een aantal kunstaastechnieken die vanaf de kant onmogelijk in praktijk te brengen zijn. |
 |
|
|
Het diagonalen :
De uitgelezen manier om een water te verkennen is het diagonalen. Bij deze techniek, die varend (peddelend) word toegepast, laten we ons kunstaas achter de boot aanhuppelen, dit doen we door het gesleepte kunstaas met vinnige tikjes van de bodem af te tikken en vervolgens het aasje terug tot op de bodem te laten zakken. De snelheid waarmee je vaart bepaald hoe zwaar de jigkop of plug moet zijn. Uiteraard bepaald ook het aantal meter uitgezette lijn hoe diep het kunstaas zich bevind. Al vissend peddelen en de visvinder nauwlettend in de gaten houden. Zo krijgen we al snel een beeld van de bodemstructuur. Krijgen we onderweg een aanbeet of lokaliseren we een veelbelovende bodemstructuur, dan word deze locatie gemarkeerd en kan later ( of meteen ) verder uitgevist worden met de volgende techniek :.
Het verticalen:
Van zodra we een veelbelovende plek hebben gevonden houden we ons bootje stil rond de gemarkeerde plek, het is verbazingwekkend hoe perfect een bellybootje gestuurd kan worden, bij veel wind kost het wel het nodige gepeddel maar de precisie is ongeëvenaard. Tijdens het verticalen laten we het kunstaas gecontroleerd zakken tot op de bodem en geven we korte vinnige tikjes met de hengeltop, en laten vervolgens weer gecontroleerd tot aan de bodem zakken. Op deze manier huppeld het kunstaas over de bodem, dit vlak onder de visvinder die je verteld waar je moet zijn met je gehuppel. Het meest succesvol bij deze technieken blijken shads op een jigkop ( afhankelijk v/d grote, met of zonder staartdregje ) en ratelpluggen, met een persoonlijke voorkeur voor de rattlin raps van Rapala.
|
|
|

|
RattlinRaps van Rapala
Maniac’s van Mann
Jigs van Rapala
Tasmanian Devils
Cicade van DAM
En een shad op jigkop die blijkbaar in de smaak viel
Met deze vertikaaltjes kom je meestal een heel eind
|
|
|
Twisters op een jigkop werken uiteraard ook, maar naar mijn gevoel vang je hier vaak kleinere snoekbaarzen op, een voordeel is dan weer dat je, vooral op de felle kleuren, vaak baars bij vangt.
Als aanvulling op het verticalen wil ik het ook nog even over bladpilkers en één van mijn favorieten; de Tasmanian Devil, hebben. Deze kunstaasjes scoorden erg goed als ik tijdens het verticalen vaak beet kreeg tijdens het afzinken van shad of ratelplug. De dwarrelend neerwaartse beweging was voor veel rovers onweerstaanbaar,… kunstaasjes om te onthouden. |
|
|
|
Spinnen:
Net zoals dat je vanaf de kant diverse kunstaasjes al werpend terug kan binnenvissen kan dat natuurlijk ook vanuit een bellyboat. Alleen hebben we nu het voordeel dat ons kunstaas van ondiep naar diep gevist kan worden.
Ronduit verbluffend was afgelopen jaar vaak het resultaat, wanneer we een drijvende plug met duikschoep naar de oever toewierpen en vervolgens haarfijn over de steeds dieper wordende bodem, naar de boot toe terug binnenvisten. De duikschoep doet een plug steeds dieper duiken, als je dit kunstaas vanaf de kant gebruikt loopt het steeds tegen de bodem aan, of nog veel erger, loopt het vast tussen bodemobstakels. Een beetje fatsoenlijke plug kost algauw een euroke of tien, dus echt vrolijk word je daar niet van.
|
|
|

|
2 Countdowns ( zinkende pluggen )
Suspending ( zwevend )
Floating ( drijvend ) let op de grote
duikschoep die de plug de diepte intrekt.
Floating met kleine schoep toch nog goed voor een meter of 3.
Floating Jointed, een wiebelkont voor de bovenste waterlagen. |
|
|
Vanuit de belly levert dit echter geen probleem, vastlopen op de bodem gebeurd nog zelden en als je echt pech hebt kan je nog altijd een kunstaasredder gebruiken. Ook dat is vanaf de kant onmogelijk. Naast het vissen met pluggen gebruiken we ook vaak spinners, met name baars valt hier massaal voor.
|
|
|

|
Lepels en spinners, verzwaard en met ovale rotorbladen om de gewenste diepte te bereiken
De beruchte Vibrax van Blue Fox,
goed voor tig baarzen afgelopen zomer.
|
|
|
Voor de liefhebbers, geen paniek, uiteraard kan er ook met dood aas gevist worden vanuit een belly boat. Gesleept aan een takeltje of zwevend onder een schuifpen,… het kan allemaal. |
|
|

|
|
|
|
Wat me het afgelopen half jaar wel duidelijk is geworden is dat één hengel op een bellyboat voldoende is. Vissen met een tweede hengel leverde me enkele malen meer ergernis dan vis op, dus ik houd het bij één.
De keuze van de keizer :
Laten we het eens over de hengel voor op de belly hebben. Toen ik m’n bootje net had ging ik uiteraard op zoek naar de ideale hengel, deze moest kunstaasjes tot zo’n 30 gram moeiteloos kunnen sturen maar bovenal moest hij thuis zijn in de twee disciplines ; nl. het verticalen en werpend vissen. Ik kwam uit bij een Antares AX2.10 van Shimano, zeker niet het goedkoopste model maar hij voldoet met zijn 2.10m. aan mijn eisen. De negen sic-ogen verdelen de druk van een vechtende vis over de hele blank en weerstaan als geen ander de snijdende gevlochten draad. De blank is strak genoeg om met een ratelplug van 25gr.op een meter of 10 water te kunnen vissen maar blijft hierbij gevoelig genoeg om ook met een 8grams spinnertje werpend te vissen. Kortom een goede all-rounder.
De eerste molen die ik erop kocht was een miskoop,de Stardic 4000GTM-RA van Shimano. Niet dat deze molen technisch niet voldoet ( de slipregeling is subliem ) maar hij was gewoon te zwaar. Er werd dus al snel uitgeweken naar een kleiner en lichter model ;een Exage 2500FA. Deze molen is dus veel lichter en vist op de belly een stuk prettiger.
|
|
|

|
|
|
|
En verder,… wat kan ik zeggen,… peddelend in je bootje, geen kabaal van een motor, in alle rust en kalmte rietkragen afstruinen, op zoek naar jou kanjer,…
Of met enkele vrienden op het water, onder een leuk zonnetje,… biertje, en vangsten die me het kantvissen hebben doen vergeten. |
|
|

|
Tot aan de waterkant,
Met visvriendelijke groet.
Jack. |
|
|
Het
vissen met shads.
Het vissen met shads is sinds jaar en dag al een feit en
de resultaten die hiermee geboekt zijn liegen er dan ook helemaal
niet om. De mogelijkheden van het toepassen van het vissen met shads
zijn zeer ruim te noemen. Shad vissen kan je namelijk toepassen
op zowel het zoute/zilte water.De manier van binnen vissen kan ook
nog eens verschillend zijn. We hebben hierin twee verschillende
manieren van binnen vissen(verticaal en al werpend). Deze twee manieren
van vissen zijn wel totaal anders en vragen dan ook om aangepast
materiaal. We gebruiken vaak dan ook kleinere shads voor het verticale
als voor het werpen.Verder zijn er vele soorten en maten en kleuren
te koop in de diverse winkels. Zelfs zoveel dat je er soms gewoon
geen keus weet te maken. Daarom wil ik in dit stuk speciaal 1 bepaald
merk eruit plukken en hun shads inclusief hun loodkoppen aan bod
laten komen. Het merk waar ik het over ga hebben is het merk BLUE
FOX. Dit merk is totaal gericht op de afdeling roofvis en
kunstaas en heeft dan ook vele keuze mogelijkheden hierin. Het merk
SHIMANO is de verdeler van BLUE
FOX binnen Nederland en heeft zo zijn naam al lang en breed
gevestigd. Een van de bekende producten van BLUE
FOX zijn de zeer bekende VIBRAX
spinners. Waar ik als roofvisser al heel veel plezier van heb gehad.
|
|
|

VIBRO MINNOW
|
Verschillende
typen shads.
Er zijn vele manieren van vissen die allemaal een bepaalde aasbieding
vereisen, dus hebben ze ook zoveel typen shads en soortgenoten gemaakt
bij BLUE FOX. Ik zal er een aantal behandelen zodat u een idee krijgt
welk type shad u moet nemen bij welke visserij. We beginnen met
de VIBRO MINNOW, deze shad is uitermate geschikt voor regenboogforel.
Je kunt deze verkrijgen in verschillende zeer glinsterende uitvoeringen
wat een grote aantrekkingskracht heeft op de regenboogforrel.En
is voorzien van een gekrulde straat wat ook weer extra aantrekkingskracht
heeft op de vissen. Een ware killer om het zomaar te zeggen!
|
|
|
De tegenhanger van de VIBRO MINNOW is de ROTO
MINNOW deze shad heeft de zelfde eigenschappen alleen heeft deze
een normale staart en zijn de kleuren in een iets andere uitvoering
te verkrijgen. De shads zijn voorzien van grote ogen wat een groot
verleidingsvermogen geeft aan de rovers. Verder zijn de twee boven
genoemde shads zeer slank te noemen. Mijn persoonlijke mening is
dan ook dat deze goed geschikt zijn makreel, zeebaars en forel.
Een shad waar je zowel op zee als mee het zilte water mee kan vissen,
een all round shad dus! |

ROTO MINNOW
|
|
|

|
De
slyflex minnow.
Deze shad geeft dankzij de ribbels aan de onderzijde van de buik
een unieke vibratie. Ook wanneer men de shad zeer traag vist geeft
deze trillingen af om de vis actief te maken. Dit type shad kan
je al werpend of verticaal gebruiken en zijn monteren de twee verschillende
typen jigkoppen waar ik het later over ga hebben met u. Deze shads
zijn zeer sterk en bewegen zeer natuurlijk door het water.
|
|
|
Slyflex shad.
De slyflex shad is een standaard shad maar die zeer goed zijn afgewerkt
en voorzien zijn van de juiste kleuren. Deze kleuren zijn perfect
zichtbaar in het water voor de vissen en geven net zoals de andere
shads een zeer hoge aantrekkingskracht aan de vissen. Ook zijn deze
shads verticaal en al werpend te gebruiken. Met daarbij de juiste
jigkoppen. Deze shads gebruik ik zelf voor de snoek en kan wel zeggen
dat ik hiermee zeer mooie resultaten heb geboekt.
|

Slyflex shad.
|
|
|

Slyflex wriggler.
|
Slyflex
wriggler.
Deze shad heeft werkelijk alles in zich om er al jerkend of jiggend
mee te vissen en hiermee geef haal je er dan ook het maximale mee
uit. Deze shads zijn ook voorzien net zoals vibro minnow met een
gekrulde staart en verder hebben deze ook nog eens de speciale ribbels
aan de onderkant. Deze shad is een lust voor het oog van ons maar
zeker ook voor die van de vissen!
|
|
|
JIGKOPPEN.
Jigkoppen zien we soms in alle soorten en maten maar wat mij betreft
springen deze twee die ik nu met u ga behandelen er echt uit in
kwaliteit en afwerking. Blue Fox heeft twee typen hierin en dat
zijn de STAND UP en de HOLO JIG HEADS. De stand up jigheads zijn
verkrijgbaar van 7 t/m 21 gram en met de maten 2/0, 4/0, 6/0, en
2. De loodkop is zo gemaakt dat de shad een speciale actie krijgt
waar de vis niet vanaf kan blijven. Verder is het risico van vast
te komen zitten een stuk kleiner door de vorm. |

STAND UP JIG HEADS
|
|
|

HOLO JIG HEADS
|
De holo jigheads passen perfect op Sly flex shads en
geven in combinatie met de 3D ogen van de jigkop een extra impuls
voor de vissen om te willen bijten. Ook deze jigkoppen zijn verkrijgbaar
in verschillende gewichten en maten. Deze zijn 7,9 en 11 gram
in de maten 1/0,2/0 en 3/0 verder 7,9,11 gram in de maten 4/0
en als laatste 7,9 en 11 gram in de maten 6/0.
Slotwoord over al deze shads en loodkoppen die ik de
laatste maanden heb uitgetest kan ik maar 1 ding zeggen ….
Zeer kwalitatief materiaal en ook nog eens zeer mooi afgewerkt.
|
|
|
Wilt u als
lezer verdere informatie hierover raadpleeg dan u locale hengelsportzaak
of contact even d.kusters@rondomdedelta.com
Dennis
Kusters.
|
|
Waarom
in het donker op roofvis vissen? |
|
Hallo roofvissers
,dit keer ga ik u mijn verhaal vertellen waarom ik het liefste in
het donker op roofvis vis. Het begon allemaal jaren terug toen ik
nog een klein jongetje was en net begon met vissen op roofvis. Ik
maakte toen mijn eerste jiggen zelf en deed dit van wol in combinatie
van een omgebogen haak en daarop gemonteerd een loodhagel. Heel
erg simpel zou u nu zeggen maar het werkte toen!! En ik weet het
nog als de dag van gisteren dat ik daarmee volop baars ving. Mijn
passie voor het roofvissen is toen eigenlijk ontstaan en zo ook
mijn verslaving. Nadat ik verschillende meren in de regio had bevist
hiermee ging mijn aandacht eigenlijk uit naar ons mooie kanaal.
Dus zo gezegd zo gedaan… dan daar maar eens een poging wagen.
De eerste keren dat ik daar ging vissen was het gewoon overdag en
wist ik toch wel een aantal mooie baarzen en snoekbaarzen te vangen.
Maar het was niet echt spectaculair om het zomaar te zeggen. Maar
wij visten hier ook we eens met vrienden in de avond op paling en
zoals altijd viel de beet hier na een tijdje eruit dus ja dan eens
wat anders proberen. Op de plek waar wij visten stonden grote lantaarnpalen
die schenen op het water, en je zag daar hele grote scholen vissen
op af komen.
|

|
|
|
Als kleine jongen sta je daar eigenlijk niet bij stil dat licht
vissen aantrekt dus we wisten niet beter. Ik dacht bij mezelf laat
ik eens een worp doen met een stukje kunstaas vlak onder de scholen
vissen. Mijn aas lag amper in het water en mijn hengel werd bijna
uit mijn handen gerukt. Mijn eerst echt grote snoekbaars was toen
een feit na een stevige dril van een aantal minuten. Ik stond nog
een beetje te trillen op mijn benen en had net de zeer mooie snoekbaars
weer laten zwemmen richting zijn maatjes en kreeg gelijk opnieuw
weer beet bij de volgende inworp. Geloof het of niet deze was nog
groter van formaat en mijn dag kon niet meer stuk…. Ik vroeg
mezelf dan ook af , hoe kan dit??
Deze avond wist ik nog een aantal mooie snoekbaarzen bij te vangen
en daarnaast ook nog een aantal baarzen. Deze avond/nacht was de
beste die ik ooit had meegemaakt tot nu toe. Eenmaal lekker uitgeslapen
te zijn dook ik eens diep in de boeken en begon met lezen over stukken
van roofvis. Hieruit bleek dat snoekbaars bepaalde periodes heeft
waar hij massaal jaagt op jonge vis. En meestal zijn de beste tijden
om dit mee te maken zo in de vooravond of heel vroeg in de ochtend
bleek hieruit. Mijn interesse was hiermee gewekt om het zomaar eens
te zeggen. De eerst volgende keer dat ik weer ging vissen zou ik
dit eens uit gaan proberen. Ik had een dag gepland hiervoor en ging
dan ook met een stel vrienden een complete dag vissen op het kanaal.
Ik had mijn kennis gedeeld met mijn vrienden wat ik had verzameld
uit boeken, want internet hadden we toen nog niet!! Ik had gelezen
dat jonge vis zich verschool overdag en in het donker te voorschijn
kwam. Dit zou ook het moment worden dat meneer glasoog en baars
zou gaan jagen.
|

|
|
|
We waren al een hele dag bezig geweest om iets te vangen maar zonder
resultaat helaas. Het was nu aftellen richting avond en hopen dat
ze het weer zo goed zou worden als de keer ervoor.
Maar om het verhaal niet te lang te maken nu kan ik u vertellen
dat deze avond opnieuw zeer goed was en dat ik sindsdien voor de
volle 100% weet dat de beste tijden zijn om roofvis te vangen toch
echt in de avond of heel erg vroeg in de ochtend zijn. Mijn mooiste
resultaten heb ik om eerlijk te zijn geboekt tussen 04:00 en 08:00
in de ochtend. Het lijkt wel of ze ineens dan trek krijgen om massaal
te gaan eten en je kan er dan ook heel erg veel vangen in een zeer
korte tijd.
|
Waar ik als ,, SPORTVISSER,, mee zit eigenlijk
is dat ik soms mensen ziet die er erg veel vangen en alles
mee nemen. Deze mensen noem ik geen sportvisser meer maar
vallen meer in een andere categorie voor mij. Kijk als je
zo eens een visje meeneem is dit in zijn geheel niet erg maar
een volle vuilniszak word al heel iets anders toch!!! Ik zie
zelf de snoekbaars vangsten heel erg terug lopen de afgelopen
jaren omdat er mensen bij waren die dit elke week deden en
niet in de gaten hebben/hadden dat dit een keertje ophoud.
Ik wil niet predikken dat je alles terug moet gooien maar
wel dat je goed nadenkt wat je mee neemt. En dat wij als sportvisser
nog jaren plezier kunnen hebben van meneer glasoog…..
Zo dat was het weer voor dit keer hopelijk tot eens aan de
waterkant en een zeer goede vangst toegewenst namens ons.
|
Dennis
Kusters.
|
|
|
|
Zelf
snoekbaars dobbers maken. |
|
Hoi Sportvisser,
Reeds eerder had ik het genoegen u via deze ( prachtige ) site
kennis te laten maken met mijn favoriete visserij nl het snoekbaarzen.
Op vraag van enkele collega vissers zal ik in dit stukje nog een
beetje dieper ingaan op het vissen met een snoekbaarspen, in het
bijzonder op het zelf maken van een snoekbaarspen op maat.
Benodigdheden :
- balsa rond hout , diameter varierend volgens gewenst drijfvermogen
, 15 mm = +/- 8gr. ( drijflichaam )
- Balsa rond hout, diameter 10 mm ( tweede drijflichaam )
- Berkenhouten stokje , diameter ongeveer 1/4 van diameter drijflichaam,
4mm (antenne)
- Aluminium of messing buisje , 4mm ( gelijk aan antenne)
- Speldwarteltje , waarvan alleen de speld gebruikt word.
- houtprimer
- metaalverf , kleur naar keuze
Gereedschappen :
- breekmes
- kleine zaagje
- schuurpapier / schuurlinnen , grof en fijn.
- Universeeltang
- Boormachine
- Metaalboor diameter 1.5
- Houtboor diameter 0.5mm groter dan de diameter v/d antenne
- Vijltje
- Lijmpistool
- Verfborstel
|
Werkwijze
:
Snij of zaag een stukje balsa rond hout diameter 15 mm af
op ongeveer 13 cm.
Boor in de koppen een gaatje 0.5mm groter dan de diameter
van de antenne.
Snij vervolgens grofweg de vorm van het gewenste drijflichaam.
De puntige kant snij je van halfweg de lengte tot
aan het eind. De bolle kant , de bovenkant dus, snij je rond
weg.
TIP
Snij niet teveel hout in één keer weg, en draai
het hout rond in je hand terwijl je snijd.
Vervolmaak de vorm met het groffe schuurvel, en maak mooi
glad met het fijne.
TIP
Gebruik geen té fijn schuurpapier, een licht ruw oppervlak
doet de primer beter hechten.
Vervolgens snij/zaag je de berkenhoutjes af op de gewenste
lengte, voor een drijflichaam van 13 cm, gebruik ik voor de
bovenkant 13 cm voor de onderkant een cm
of 10.
Het stokje dat de bovenkant dient te worden, rond je af met
een vijl.
De onderste antenne word met een vijl ingewerkt zodat het
aluminium buisje eroverheen
past, deze ‘groeve’ maak je zo’n 1.5 à
2cm diep.
TIP
Gebruik voor de antenne beter geen balsa hout, dit breekt
bij dunne diameter bij het geringste. Kunststof kan eventueel
wel.
Snij/zaag een stukje balsa rond hout diameter 10mm af op
ongeveer 4 cm.
Boor door het center over de lengte een gaatje met dezelfde
diameter+0.5mm als de verkozen diameter van de antenne.
schuif over de bovenste antenne en geef grofweg de gewenste
vorm met een breekmes.
Vervolmaak de vorm met grof en fijn schuurpapier.
Snij/zaag een stukje van het aluminium/messing buisje af,
ongeveer 3cm, knijp vervolgens één eidje plat
met een universeeltang, ongeveer 1cm. Nu boor je mooi in het
center van het platgeknepen gedeelte een gaatje diameter 1.5mm,
vervolgens rond je met een vijl rond het gaatje af. Door dit
gaatje komt later het speldje van een speldwartel.
Lijm alle onderdelen in elkaar, verwijder overtollige lijm
terwijl hij nog vloeibaar is met een doekje.
Schuur het geheel nog eens flink op zodat de onderdelen in
elkaar overlopen, vervolgens kan de primer aangebracht worden.
Bij deze in 5 lagen + primer geverfde pen gebruikte ik een
korte antenne met ongeveer dezelfde diameter als een breeklichtje,
met het bijgeleverd pvc buisje kan het lichtje op de antenne
geplaatst worden.
Pennen voor alle omstandigheden, in een handomdraai verwisseld.
|
|
|
|
De
reden waarom ik zweer bij dit type zelfgemaakte pen is omdat
ik ze nog nergens in de handel ben tegengekomen ?. Er zitten
namelijk 2 voordelen aan deze pen , het eerste voordeel had
u natuurlijk al opgemerkt, door de “ speld montage”
is de pen in een wip gewisseld. Dit is vaak bij wisselvallig
weer een uitkomst om van kleur te wisselen zonder dat je een
hele dag staat te knopen.
Het tweede voordeel gaat alleen op bij het vissen op een
ruwer water zoals het schelde-rijn kanaal waar beroepsscheepvaart
voordurend voor golfslag en stroming zorgen.
Aangezien deze pennen een gewicht van ongeveer 8gr + aasvis
kunnen hebben, zijn ze prima geschikt voor dit type water.
Het tweede drijflichaam op de antenne zorgt ervoor dat je
extra gebruik kan maken van de golfslag.
Stel : je zit te vissen met je pen zo uitgelood dat, met aasvis
bij, alleen de antenne met het tweede drijflichaam boven het
oppervlak staat, als de pen nu door een golf word opgetild
zorgt het tweede drijflichaam voor voldoende drijfvermogen
om de aasvis vlot met de golf mee op te tillen, op deze manier
gaat zelfs een dode aasvis er verleidelijk levend uitzien.
Mocht de pen bij golfslag toch ondergetrokken worden wil
dit zeggen dat het drijfvermogen van het tweede drijflichaam
niet volstaat, ( of dat je beet hebt ?) met de handige speldmontage
klik je gewoon een pen met een groter tweede drijflichaam
op en je benut weer volop de beweging van het wateroppervlak.
Wees evenwel zo zuinig mogelijk met het drijfvermogen van
het tweede drijflichaam, snoekbaars lost vaak bij teveel weerstand.
Met een beetje creativiteit maak je een pen echt volledig
zoals je het hebben wil, en het geeft voldoening om met zelfgemaakte
spullen vis te vangen.
Aan de slag dus, en snij niet in je vingers,...
|
Tot aan
de waterkant
Met visvriendelijke groet
Jack
|
|
|
|
|
|
|
|
Hallo
sportvisser,
Ik ben Jack Peelman, 33 lengtes jong , en samenwonend te Zandvliet,
dat is een dorpje in de provincie Antwerpen aan de Nederlandse grens.
Tijdens mijn prille jeugdjaren, verbleef ik vaak op Tholen, waar
mijn ouders een caravan hadden op een camping te
Sint Annaland. Mijn vader was een doorwinterd visser, bezat een
eigen bootje en samen met hem beviste ik al zeer jong de Oosterschelde.
Rond mijn 12de levensjaar verhuisden we naar Zandvliet, gelegen
nabij de Westerschelde, en met het Schelde-Rijn kanaal in mijn achtertuin
werd langzaam maar zeker de intresse in brak/zoetwatervisserij gewekt.
|
|
|
|
Snoekbaars, u
verwachtte het al.
U moet het zich trachten in te beelden, ik was een jaar of 14 en
mocht eindelijk alleen uit vissen op het Schelde-Rijn kanaal. Gewapend
met een licht werphengeltje, een landingsnet en een doosje spinners
belaagde ik glasoog elk vrij moment. Er werd toen nauwelijks op
snoekbaars gevist, en de reactie van ( oudere ) collega vissers
bleef dan ook niet uit als er een ventje voorbij kwam spinnen met
in zijn tas de nodige kilo’s buitgemaakte vis.
Snoekbaars was in die dagen consumptievis zonder beperking, niemand
stelde zich verder vragen bij het meenemen van gevangen vis. Deze
instelling bleef lange tijd behouden en met het toenemend gericht
snoekbaarsvissen en de steeds verbeterende technieken ( vooral kunstaas
) kwam glasoog op mijn favoriete kanaal in steeds nauwere schoentjes.
Een snoekaars voor de pan kan best, een vuilniszak vol meenemen,
heeft volgens mij niets meer met liefhebberij te maken.
Gelukkig leeft de catch&release filosofie de laatste jaren ook
steeds vaker onder de snoekbaarsvissers en kom je met de nodige
creativiteit weer aardig aan de schubben.

Uiteraard beperkt mijn hengelpassie zich niet uitsluitend
tot het snoekbaarzen, in het voorjaar en de zomer vis ik regelmatig
op paling, makreel, tong en natuurlijk zeebaars.
Tijdens het najaar en gedurende de koude wintermaanden staan wijting,
gul en schar op het menu.
Sinds kort heb ik via deze site kennis gemaakt met het belly-boat
vissen, dit lijkt mij “de” manier om vertikaal te snoekbaarzen,
hierover volgt later zeker nog meer.
Zoals u ziet ben ik dus altijd wel ergens in de weer, als er maar
water en vis aanwezig is.
In het volgende stukje zal ik trachten u een beeld
te geven van wat naar mijn mening de meest succesvolle technieken
zijn om snoekbaars te vangen vanaf de oever van het Schelde-Rijn
kanaal.
Gedrag van een jager
Je kan gerust stellen dat een snoekbaars groter dan 70cm in onze
landjes samen met grote snoek aan de top van de zoetwater voedselketen
staat. Met deze wetenschap kan je er van uit gaan dat je grote snoekbaars
met groot aas moet trachten te verleiden, een roofdier zal nooit
meer energie in een aanval steken dan dat een succesvolle jacht
hem zal opleveren.
Anderzijds hebben we te maken met een vis die zich blijkbaar bewust
is van zijn superioriteit en vaak zeer agressief reageert. Soms
vang je snoekbaarsjes van 15 cm op pluggen van 20 cm of een beer
van 4 kg op een baarsspinnertje, soms scoort geel kunstaas enorm
goed, en soms word nu net de kleur geel volledig genegeerd. Dit
constant wisselend bijtgedrag maakt snoekbaars tot een bijzonder
leuke sportvis.
|
Het voorjaar :
Als de watertemperatuur eind maart, begin april begint te
stijgen, verlaat glasoog instinctief het diepere water waar
zij zich gedurende de koude maanden hadden teruggetrokken
en zoeken ondiepe plekken met een onregelmatig bodem op.
Hier word voor het nageslacht gezorgd.
Een hoopje stenen, een omgevallen boom, een kuil in de grond,
alles kan alles mag. Net zoals in de mensenwereld geld ; als
mevrouw het goed vindt, “is” het goed. Dus, een
volwassen vrouwtje kiest een nestplaats uit en laat zich omringen
door mannetjes. Deze laatste zijn in deze periode prachtig
gekleurd.
De “nesten” worden fel verdedigd tegen indringers
tot het begin van de zomer. Rond deze tijd is het broedsel
uitgekomen en moeten de baby-glasoogjes verder zonder bescherming
van ma&pa.
Vanaf 1 april tot 1 juni is het bij
wet verboden te vissen op snoekbaars, houd u hier ook aan,
het komt de visstand alleen ten goede.
Tijdens de maand maart vis ik meestal met kunstaas, vanaf
de kant met een jigkop met twister of shad, de kleuren wit
en geel of blauw voor het diepere water, geven vaak goed resultaat.
Let erop dat de staart van je twister niet te lang is of zet
een extra staartdregje om missers te voorkomen.
Afhankelijk van het weer ( wind ) en diepte waarop ik m’n
twister hebben wil, vis ik met jigkoppen van 5 tot 20gr.
Als er veel obstakels aanwezig zijn tracht ik twister of shad
langzaam en zo dicht mogelijk over de obstakels heen binnen
te vissen. Ik tracht de diepte waarop het kunstaas word binnengevist
te bepalen door de stand van de hengeltop ; hengeltop laag
= kunstaas dieper, hengeltop hoog = ondieper. Bij deze techniek
volstaat het klassieke ronde jigkopje.
|
|
|
|
Is de bodem
vrij van obstakels en de oever niet te stijl oplopend dan
vis ik het kunstaas in rukjes binnen, telkens opnieuw een
tik geven met de hengeltop om vervolgens het vrijgekomen stukje
lijn binnen te draaien, echter zonder contact met het kunstaas
te verliezen.
De twister zal als het ware over de bodem huppelen, breng
bij deze techniek regelmatig variatie in ritme. Met een klassieke
jigkop word deze techniek “ mens erger je niet “,
ik opteer dan ook voor een model waarbij de haakpunt vrij
blijft van de bodem.
Niet dat je hiermee geen vasthangers of missers meer hebt,
maar toch minder dan met een rond kopje.
Vaak is het moeilijk om de snoekbaars te localiseren, zolang
de watertemperatuur geen 8à9C° is word er nog niet
echt samengehokt op nestplaatsen en zit de vis vaak nog verspreid
op verschillende diepten, zeg maar tussen de 4 en 6 m.
Ik vis daarom altijd snel de oever af, dit wil zeggen ; ik
vis zelden langer dan een half uur op dezelfde stek. Vang
ik vis, dan blijf ik datzelfde plekje gedurende langere tijd
bevissen, en tracht me hierbij de plaats waar de vis gehaakt
werd te herinneren, om er vervolgens vanuit alle hoeken met
alle kunstaasjes die ik bij me heb overheen te vissen.
Ervaring leert me dat glasoog zelden alleen op zoek is naar
partners.
|
|
|
De
zomer :
In het voorjaar hebben zowat alle zoetwatervissen hun jongen
achtergelaten in het ondiepere water, het wemelt er nu van
de pas uitgekomen visbroedsels wat op zich een grote aantrekkingskracht
heeft op jonge vis; baarsjes,palinkjes,voorntjes,...
Visjes van 5 à 15cm eten zich dik aan het jongbroed,
insecten en insectenlarven.
En wat dacht u? Dit ontgaat natuurlijk geen enkele rover.
Je kan dus stellen dat snoekbaars zich gedurende de eerste
2maanden van de zomer ophoud in de buurt van ondiep water.
Overdag verblijft snoekbaars op dieper water, en in de ochtend
en avondschemering gaan ze samen met forse baars en paling
op jacht naar alles wat in hun bek past ?.
Na de afmattende paaiperiode en de nazorg voor het nest heeft
glasoog honger en als een snoekbaars honger heeft, heeft ie
HONGER.
Zo rond half juli is het jongbroed voldoende uitgedund, de
jaarlingen ( zeg maar kleine visjes) ook, en de overblijvers
houden het voor bekeken in het ondiepe water, samen met hen
verdwijnen ook de forse jagers uit het oevergebied.
1 juni begint het nieuwe visseizoen en het is gelijk een
feestmaand. Geen betere periode om veel snoekbaars te vangen
dan in juni. Gedurende de dag zoek ik m’n snoekbaars
nu op zo’n 3 à 5 m. Hij verblijft overdag op
dieper water om bij het vallen van de avond op jacht te gaan,
vaak vlak onder de kant, mijn grootste snoekbaars ving ik
op geen 2m diepte. Deze jachtpartijen gaan soms de nacht door
en bij bewolkt weer vinden ze soms ook gewoon overdag plaats.
Ik vis gedurende deze periode op 2 manieren met kunstaas;
spinnen met twister/shad op jigkop ( zoals boven beschreven)
en spinnen met spinners,lepels en pluggen. Verder zet ik ook
vaak zelfgemaakte combinatiemontages in.
Om met kunstaas zoals spinner en lepel tegen de bodem aan
te vissen laat ik na de inworp het aas naar de bodem zakken,
ik houd de lijn strak en tel vervolgens totdat het kunstaas
de bodem raakt, vervolgens draai ik in, bij de volgende inworp
( op ongeveer dezelfde afstand uit de oever) laat ik het aas
1 tel minder lang zakken als bij de vorige. Op deze manier
word het kunstaas over de gehele afstand van de worp dichtbij
de bodem binnengevist.
Nog een tip, herhaal het aftellen tot bodemcontact regelmatig,
je krijgt op deze manier een beeld van eventuele onregelmatigheden
of diepteverschillen.
|
|
|

Een greep uit de kunstaaskoffer
Graag wil ik u ervoor waarschuwen dat vissen met een plug vanaf
de kant een erg dure hobby kan zijn.. De meeste pluggen die bruikbaar
zijn om te snoekbaarzen zijn voorzien van een “ duik-lip “,
of zijn zinkend, of bedoeld om te vertikalen. Dit houd in dat je
dezelfde techniek zou gebruiken als bij het spinnen met een jigkop
of spinner nl. Als je bodem raakt ga je iets sneller binnendraaien,
dan zou je een plug met duik lip nog dieper doen duiken.
Bovendien heeft een drijvende plug ( floating) pas na een aantal
meter binnendraaien zijn maximale diepte. Hierdoor kan je vaak onmogelijk
de aanwezige snoekbaarzen bereiken.
Kortom, het is makkelijker om een plug van ondiep naar diep te vissen,
en die luxe heb je zelden vanaf de kant.
Halfweg juli word het echt ondiepe water minder intressant om te
bevissen, ik zoek glasoog nu terug zoals in maart op een 4 à
6 meter.
Een erg leuke variatie op al het kunstaasgeweld is het vissen met
een snoekbaarspen. Dit kan perfect in combinatie met een dood aasvisje.
Het grote voordeel van deze techniek is dat je je aas zwevend (
vrij van de bodem ) gedurende een langere periode op dezelfde diepte
kan aanbieden.
Ik gebruik voor het schelde-rijn kanaal zelfgemaakte balsa pennen
met een drijfvermogen rond 7gr, dat is redelijk zwaar maar voor
een ruw kanaal ( veel scheepvaart ) mag het iets meer zijn.

Ik ga als volgt te werk : op de hoofdlijn ( de lijn
op de molen 28/°° ) zet ik een stuitje, vervolgens een kraaltje
dat groot genoeg is om de schuifpen te stoppen, de schuifpen, het
gewenste loodgewicht nog een kraaltje en afsluiten met een speldwartel.
Aan deze speldwartel komt dan de onderlijn, een dwarrellijn van
een halve meter ( 24/°°), aan de ene kant een lus aan de
andere kant een mustad 1/0 met daarachteraan nog een flinke dreg.

Afhankelijk van de diepte waarop ik snoekbaars verwacht
verstel ik het stuitje, het is aan te raden elke nieuwe stek even
uit te peilen alvorens je de aasvis presenteerd.
Je kan ervan uitgaan dat snoekbaars zich in de buurt van de bodem
ophoud, ik tracht daarom zo’n 10 à 50 cm van de grond
af te vissen. Ga je dichter bij de bodem vissen dan hang je keer
op keer vast ( als er obstakels aanwezig zijn), ga je er verder
af toont glasoog vaak minder intresse.
Maak als je gaat vissen met een schuifpen niet de fout om statisch
te vissen, breng beweging in het aangeboden aas door bv. Om de paar
minuten een klein stukje lijn in te halen, zeg maar héél
langzaam slepen.
Bovendien is het vaak aan te raden de hoofdlijn ( de lijn op de
molen ) in te vetten. Een vet op plantaardige basis volstaat prima,
of de boter op je broodje kan ook. Dit invetten heeft als voordeel
dat de vrijstaande lijn tussen hengeltop en schuifpen op een onbewaakt
moment niet naar de bodem zakt en vast komt te zitten.
Vissen op snoekbaars met een schuifpen is niet de snelste manier,
met kunstaas vis je gewoon sneller een stek af, maar een langzaam
onder de waterspiegel wegdansende snoekbaarspen heeft gewoon dat
stukje magië extra.
Het najaar :
Heb je het geluk stroomnaden te vinden op je viswater dan is dit
“the place to be” gedurende de late zomer en het vroege
najaar. Eigenlijk weer hetzelfde verhaal ;
Het jongbroed heeft zich in scholen over het water verspreid en
gedurende hun zoektocht naar beschutting komen ze af en toe in open
water terecht, hier staan vaak stromingen waartegen ze absoluut
niet bestand zijn. Uiteraard gevolgd door altijd hongerige jonge
vis,... en wie ligt er op de loer???
Een beetje uit de stroming, tegen schuine kanten van talluds, achter
een hoopje stenen, je treft erg vaak snoekbaarzen en baarzen aan
daar waar de stroming hun eten doet voorbij-wapperen.
Bovendien zorgt stroming vaak voor de groei van weekdieren, mosselbankjes
zijn zoals geweten favoriet terrein voor snoekbaars
Je krijgt het vaak snel in de gaten als je staat te spinnen op
het Schelde-Rijn kanaal, er staat stroming,... je ziet het aan de
helaas altijd wel aanwezige zooi die op het wateroppervak drijft.
Dit is misschien wel eens het moment om een schuifpen te monteren
en parallel met de oever te gaan driften.Dit kan evenwel niet met
“wind op kop”, dan wordt de pen richting oever geblazen
en loopt het aasvisje vast op de ondiepere bodem, en dat is natuurlijk
niet de bedoeling. Met rug of zijwind ( liefst in dezelfde richting
v/d stroming) kan je de oever afwandelen met een zwevend aasvisje
op, ik zeg maar wat, 20m uit de kant bij een diepte van bv 5.5m.
Op deze manier kan je erg nauwkeurig een grote oppervlakte bevissen.
Let erop dat je regelmatig de diepte peilt, het heeft weinig zin
om op 5.5 m te vissen als de stek 9m diep is, zeker niet in het
late najaar en de winter, glasoog (k)leeft dan op de bodem.
Naarmate het kouder word zal glasoog steeds dieper water opzoeken,
vaak is het moeilijk om in de late herfst, vanaf de kant, de vis
nog te bereiken met kunstaas of een lichte schuifpen.
Slepen met een dode aasvis durft dan weleens lukken; op de hoofdlijn
zet ik een flinke parel vervolgens een stuitje, een schuifloodje
( gewicht naargelang omstandigheden ) en afsluiten met een speldwartel.
Hieraan een onderlijntje ca 25cm, met een mustad 1/0 en een dregje
om in te rijgen.

Als er op een stek niet teveel obstakels aanwezig
zijn, en ik dus niet teveel onderlijntjes verspeel, versier ik de
onderlijn vaak met spinnerbladen en parels, ik denk dat dit soort
combinaties in de vakliteratuur ‘bottom bouncers’ genoemt
wordt.
De parel op de hoofdlijn zorgt ervoor dat zweefvuil, dat door de
lijn wordt opgepikt, niet als een trosje over de aasvis heen gaat
hangen. Zo’n parel kan natuurlijk ook bij het kunstaasvissen
gebruikt worden. Ik schuif het stuitje ongeveer 1 m van het aas
af.
De montage word ingegooit en zeer langzaam terug binnen gevist,
het voordeel van het vissen met dood aas is dat het zijn aantrekkingskracht
niet volledig verliest van zodra het langere tijd niet meer in beweging
is, in tegenstelling tot kunstaas.
De winter :
Met het dalen van de watertemperatuur daalt ook glasoog naar dieper
water. Op mijn favoriete kanaal lopen de vangsten nu sterk terug,
vanaf de oever is het vaak moeilijk om de diepere plaatsen te bereiken.
Het meeste succes heb ik tijdens deze periode in de haven van Antwerpen,
achter de Zandvlietsluis. Daar is het al snel een meter of 20 diep.
Naar mijn ervaring houd snoekbaars hier een beetje winterslaap,
daarmee bedoel ik niet dat hij niet eet gedurende deze periode,
maar een eventuele jacht moet absoluut succesvol zijn. Kleine prooi
word vaak genegeerd omdat de energieopbrengst kleiner is dan de
verbruikte energie. Ook gaat snoekbaars zich nu vaker vergrijpen
aan dood aas, of zelfs aan een bosje pieren. Als het maar niet teveel
inspanning kost, hun krachten bewaren ze voor het komende paaiseizoen.
Tenminste dat denk ik, om eerlijk te zijn heb ik de indruk dat
snoekbaarsvissen vanaf de kant niet echt goed lukt tijdens de koude
wintermaande, naar mijn mening houd de vis zich in te diep water
op om hem actief te bevissen. Met als gekende gevolg; een magere
vangst.

Om gedurende de koude wintermaanden glasoog te kunnen
bereiken vis ik slepend met een aasvis ( zoals boven beschreven
) of gewoon statisch met een schuifloodje en aasvis op de grond.
Wel houd ik er bij statisch snoekbaarzen aan, om elke 5 minuten
het aas te verleggen, 1 haal met de molenslinger is voldoende. Op
die manier hou ik toch een beetje leven in de zaak.
Zorg ervoor dat je de aasvis voldoende “ behaakt”, hiermee
bedoel ik; zet altijd een extra dregje in, hierdoor kan je bij een
aanbeet onmiddelijk aanslaan en voorkom je dat het aas diep ingeslikt
wordt, met alle gevolgen van dien.
Snoekbaarsuitrusting
Zoals u kon lezen bestaan er heel wat verschillende technieken
om snoekbaars te vangen, aansluitend op al deze diversiteit bestaat
er natuurlijk ook een heel erg uitgebreid gamma aan specifiek snoekbaarsmateriaal.
Laten we beginnen bij de hengelkeuze, om te spinnen gebruik ik
een hengeltje met een werpgewicht tussen 10 en 40gr, lengte ongeveer
3 meter. De hengel mag best ietwat “body” hebben, hiermee
bedoel ik dat je in staat moet zijn om accuraat te reageren op een
aanbeet.
Kort samengevat, een strakke hengel met een gevoelige top. Maar
net zo belangrijk is dat de hengel perfect in balans in je hand
ligt, bovendien mag hij zeker niet te zwaar zijn, dit geld trouwens
ook voor de molen die erop gemonteerd word. Met een spinhengel sta
je namelijk een hele visdag in je hand.
Deze hengel gebruik ik ook om met dood aas te slepen.
Om met de schuifpen te vissen gebruik ik een hengel van 3 meter,
werpgewicht 15-30gr met parabolische aktie, dit houd in dat de buiging
van de hengel vanaf het topoog tot in het handvat loopt. Een slappe
hengel, die zich perfect leent om een flinke dode aasvis weg te
zetten, zonder dat je telkens de schuifpenmontage in de war gooit.
Bovendien is de aktie van zo’n slappe hengel een lust voor
het oog als glasoog zich meld.
Ga ik in de wintermaanden over tot statisch vissen dan gebruik
in een karperhengel lengte 3.80m werpgewicht 80gr. Hiermee kan ik
de benodigde afstanden zonder probleem overbruggen en toch verlies
ik niet teveel gevoel bij de dril.

hengels van boven naar onder :
- Shimano Powerloop Zander 300 – parabolische hengel
- Daiwa Samurai S Zander 280 – iets strakkere spinhengel
- Arca Spartak hard spin 240 – strakke spinhengel
Ook de keuze van molen veranderd als we van techniek
veranderen, bij het kunstaasvissen verkies ik een lichte molen met
perfect instelbare slipregeling. Persoonlijk verkies ik de regelknop
achteraan de molen, maar dat is volgens mij een kwestie van smaak.
Als een molentje bovendien uitgerust is met een “ fighting-drag”
kan je helemaal ultra dun gaan vissen. Let er evenwel op dat je
de kombinatie, hengel-molen-lijndikte, op elkaar afsteld zoals het
bedoeld is, zodat je een dril zo kort mogelijk kan houden.
Dit zelfde type molen, al dan niet met fighting drag is ook perfect
bruikbaar bij het slepend en schuifpenvissen
Ga ik evenwel statisch vissen, verkies ik een molen met dezellfde
slipeigenschappen maar dan uitgerust met een baitrunner.
Verder is een groot landingsnet onmisbaar, bedenk bij de aankoop
van een net, dat er ( als u ooit het geluk heeft) een vis van een
meter moet inpassen. Groot genoeg dus!
Aangezien ik zelden statisch vis beperk ik het materiaal aan de
waterkant tot het minimum. Niet zelden zie ik vissers zitten snoekbaarzen
onder een paraplu op een stoeltje, een nauwelijks te tillen viskoffer,
hengelsteunen, hengels,landingsnet,...enz.
Een erg leuke en ontspannende manier van vissen, dat wel, maar helaas
krijg je bij het snoekbaarzen loon naar arbeid, aktief speurend
de oever afvissen is de best betaalde manier en dan hinderen de
plu en het stoeltje alleen maar.
|
Tot aan de
waterkant
Met visvriendelijke groet
Jack
|
|
|
|
|
Vissen
op het Schelde-Rijnkanaal |
|
Het Schelde-Rijnkanaal
loopt van Antwerpen naar het Volkerak en is onderdeel van de vaarroute
die Antwerpen met Rotterdam verbindt. Het kanaal begint in Antwerpen
in de haven en loopt door Zuid –Beveland heen. De snelweg
A 58 kruist over dit kanaal heen zodat u erg gemakkelijk het kanaal
kunt bereiken. U kunt op twee manieren via de snelweg het kanaal
bereiken en dat is door gebruik te maken van de afslagen Rilland
of Hoogerheide . Ten noorden van Zuid Beveland is een afgedamd deel
van de Oesterdam . Achter deze Oesterdam langs loopt het kanaal
naar het eiland Tholen. Het bathse spuikanaal en het Schelderijnkanaal
komen hier samen uit op het Zoommeer.

Het kanaal vervolgt zijn route tussen Tholen en het
vaste land van Noord –Brabant, doorsnijdt Sint- Philpsland
en komt uit in het Volkerak. Op dit kanaal is geen getijde aanwezig
en het is brakwater. De visstand op het Schelderijnkanaal mag u
uitermate goed noemen. Vooral witvissers kunnen hier goed aan het
trekken komen omdat de brasems en andere witvissoorten hier zeer
goed gedijen . Er zwemmen dan ook zeer grote scholen van de genoemde
soorten rond en soms is dit een waar spektakel om te zien, zeker
in het paai seizoen!! Verder is de stand van snoekbaars en baars
zeer gezond te noemen alleen de snoek laat het hier afweten op een
enkeling na.
Op dit kanaal zijn ook achter gebleven vissoorten van toen het nog
zout water was, en sta er dan niet van te kijken dat u een bot of
ander soort vis vangt! Er zijn locaties waar je zelfs een forelletje
kan vangen…….

Het is een druk bevaarbaar water dus ergens stil liggen
met je bootje( dit kan alleen op het zoommeer) zal er niet in zitten
wel is het heel goed mogelijk om hier ergens langs de oever te vissen.
Er zijn wel mogelijkheden voor de Belly boat zoals inhammen die
soms in het kanaal zijn . Tevens zijn er plaatsen waar je vanuit
de auto kan vissen en dit zijn mooie visplekken voor minder valide
mensen. Er zijn ook verschijnende bruggen waar je lekker onder kan
vissen als het slecht weer is zodat je droog zit en uit de wind
. Op dit kanaal moet je in het bezit zijn van je normale sportvisakte
en een grote vergunning als je hier met meer hengels wilt vissen!!!
Het kanaal is zeer gemakkelijk te bereiken en je kunt werkelijk
over het gehele kanaal en heel leuk visje vangen . Maar de top maanden
beginnen zo beetje vanaf april tot diep in oktober toe. Het vissen
met feeder hengel en vaste stok is hier uitermate geschikt omdat
het kanaal een gemiddelde diepte heeft van een goede vijf meter.
Hou er rekening mee dat u niet al te licht vist hier omdat u nooit
weet wat u hier aan de haak slaat . Ik kan u als tip geven dat witvis
hier over het algemeen van zeer mooi formaat is . Zelf ben ik hier
zeer vaak te vinden aan dit kanaal en hoop u dan ook een keertje
tegen te komen. Ik wens u veel succes toe en een zeer goede vangst.
Dennis
Kusters.
|
|
|